donderdag 27 augustus 2009

opgroeien en loslaten

Vrijdag velt de rechter een oordeel over Laura Dekker, het meisje van dertien dat alleen de wereld rond wil zeilen en daarmee wereldnieuws is geworden. Een jong meisje die een passie voor zeilen heeft. Aan haar is beroepenoriëntatie niet besteed omdat ze nu al vastberaden weet wat ze wil. We voeren in de media heftige discussies over waar instanties als de kinderbescherming zich mee bemoeien, of juist het onverantwoordelijke gedrag van de ouders. Het is natuurlijk niet niks als je als kind een stabiele en goede relatie hebt met je ouders, die jou al jong ruimte geven om je dromen na te jagen, maar waardoor je onder toezicht gesteld dreigt te worden omdat onze instituten in de samenleving dat onverantwoord vinden.
De zaak heeft twee kanten. Het lijkt er op dat we voor alle kinderen één norm stellen, waar ook de exceptionele kwaliteiten van uitblinkers aan ondergeschikt worden gemaakt. De andere kant is dat we als samenleving willen waarborgen dat ieder kind veilig en onbezorgd op kan groeien en dus bereid zijn om als we dat nodig vinden om in te grijpen.


Hoe de uitspraak van de rechter ook uitvalt, Laura dwingt ons in ieder geval weer eens stevig na te denken over wat we kinderen meegeven als ze jong zijn. Los van Laura's situatie, vind ik wel dat we tegenwoordig te veel geneigd zijn om kinderen voor alle mogelijke gevaren te behoeden. Als overheid word je vaak geconfronteerd met vragen van mensen die vinden dat in alle situaties veilige omstandigheden voor kinderen gerealiseerd moeten worden. Maar we lijken te vergeten dat opgroeien ook betekent leren om te gaan met gevaar. We zijn vaak zo bezorgd dat we de onbevangenheid van kinderen daarmee soms te kort doen.
In America scheef journaliste Lenore Skenazy een column over haar zoontje die als negenjarig kind alleen in de metro had gereisd. Ze werd vervolgens gebombardeerd onder kritische e-mails en werd prompt uitgeroepen tot de slechtste moeder van Amerika. Terwijl zij juist vindt dat bij opvoeden hoort dat je als ouder niet alleen moet focussen op alle gevaren die het tegen kan komen, maar dat je kinderen ook ruimte en vertrouwen moet geven om hun eigen weg te ontdekken. Ze heeft naar aanleiding van de reacties een stichting opgericht de
freerangekids om dat idee verder uit te dragen.

Ik herken dat gevoel wel. Ik denk bijvoorbeeld dat heel veel kinderen prima zelfstandig naar school kunnen lopen als we zorgen voor kindlinten in wijken met routes die een basisveiligheid geven. Soms zie je bezorgde ouders die al racend hun kind bij school afzetten en dan snel op weg naar het werk gaan en zo paradoxaal juist voor kindonveilige situaties zorgen.

Vorig jaar heb ik met kinderen van een basisschool in een wegwijsdag een voorstel gemaakt waarin zij met prima ideeën kwamen voor een veilige manier om naar school te gaan. Van hun denkkracht en onbevangenheid kunnen wij als volwassenen veel leren.
Bij de inrichting van onze omgeving moeten we weer meer terug naar onze gezonde verstand. Het extreme voorbeeld van Laura is niet de norm, maar kinderen kunnen veel meer dan we denken. We moeten ze ook naar vermogen leren met risico’s om te gaan. Als je nooit je knieën stoot leer je ook niet dat je soms tijdig af moet remmen. Zo moeten we ook als overheid niet alles willen regelen. Met een beetje meer ouderwetse ouderlijke intuïtie en ruimte voor kinderen kunnen ze ook zorgeloos opgroeien.

zondag 23 augustus 2009

Go Ahead Eagles, lijstaanvoerder.

NOS Teletekst pagina 830: drie gespeeld drie gewonnen! Go Ahead Eagles trotse lijstaanvoerder van de Jupilerleague!

Mooier kon een weekend in sportief Deventer niet beginnen.


De krant spreekt er over dat GAE wel eens een outsider zou kunnen zijn voor het kampioenschap. Laten we ons nog niet rijker rekenen dan we werkelijk zijn want er zijn zoveel factoren die daarop van invloed zijn, dat een dergelijke gedachte nog veel te voorbarig is.


Go Ahead is mijn club. Ik vind het een mooi symbool voor waar Deventer voor staat. Hard werken, nuchter en slim met beperkte middelen en creativiteit het maximale rendement uit iets proberen te halen. Als kleine stad hebben wij qua sfeer en cultuur –wat de Duitsers n
oemen– ‘een Traditionsverein’ in huis, die zonder blikken of blozen in het illustere rijtje van Ajax, Sparta, Feyenoord past. Weliswaar veel kleiner van omvang en mogelijkheden, maar even uniek qua sfeer.

Ik beschouw Go Ahead dan ook als een van de huismerken van Deventer waar we trots en zuinig op moeten zijn in goede en slechte tijden. Ik kan me nog herinneren hoe Go Ahead enkele jaren geleden door slecht beleid langs de financiële afgrond ging. Bert Doornebos, en niet te vergeten GAE interim directeur van Go Ahead Martin Knol, hebben toen de gemeenteraad weten te overtuigen dat we deze icoon voor onze stad niet moesten laten vallen. Want GAE vertegenwoordigt voor de stad een niet te onderschatten waarde die verder gaat dan alleen een BVO. Ondertussen is Go Ahead in veel rustiger vaarwater gekomen. Het roodgele hart van Bert Doornebos en zijn bestuurlijke ervaring maken de juiste combinatie voor GAE. Ik ben ook blij dat Go Ahead ook steeds meer zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid vervult. Wij hebben als PvdA fractie, toen het reddingsplan in de raad bekrachtigd werd, geëist dat Go Ahead die verantwoordelijkheid meer op zich zou moeten nemen. Net zoals FC Twente dat succesvol doet met het project ‘Scoren in de wijk’. We zien daar steeds meer resultaat van in Deventer nu de wijkenleague een succesvol project wordt.


Voor mij is breedtesport onlosmakelijk verbonden aan topsport als belangrijke inspiratiebron voor met name de jeugd, met alle positieve effecten die het heeft op sociale samenhang, gezondheid en leefstijl. Sportbeleid lijkt soms teveel op accommodatiebeleid maar de inhoud is natuurlijk de inspiratiebron.


In mijn campagne ‘jij maakt Deventer’ wil ik juist op zoek gaan naar hoe we nog meer enthousiasme kunnen teweegbrengen en menselijk kapitaal kunnen benutten voor een geweldige Deventer sportstad. Teveel verenigingen kampen met gebrek aan vrijwilligers en daar is nog een wereld te winnen.


Ik hoop dat we heel vaak in Deventer met trots naar de standen en wedstrijduitslagen op teletekst zullen kijken, zowel van topsport als van breedtesport.

zaterdag 15 augustus 2009

Nieuwe Noaberplicht

In het NRC stond donderdag een artikel over de bevoogding van het kabinet van burgers. (Dit kabinet is slecht voor de democratie: Hans Engels NRC 13 08 '09) De toon van Rouvoet klinkt volgens het artikel veel te zwaar door met zijn opvatting dat burgers in het land genoeg hebben van het individualisme. Burgers zouden zich weer bewust zijn van de waarden van het gemeenschapsdenken. Het motto van het kabinet ‘samen werken en samen leven’ draagt dat uit, maar zonder veel zeggenschap van burgers zelf volgens het artikel.
Ik kan de opvatting in het artikel wel onderschrijven. De individualisering die heeft plaatsgevonden na de ontzuiling is niet meer terug te draaien. Het toegenomen gemeenschapsdenken van burgers is veel meer een kwestie van wensdenken van Rouvoet dan werkelijkheid.
Als het om gemeenschapsdenken gaat dan doe je dat juist op lokaal niveau, praktisch dicht bij huis, daar heb je als landelijke overheid nauwelijks invloed op. Je moet de denkkracht van mensen op alle niveaus aanspreken. Je spreekt ze aan op hun verantwoordelijkheid, maatschappelijk, cultureel en intellectueel. In Deventer hebben we veel talent. Actieve burgers, hardwerkende vakkrachten, hoogopgeleide deskundigen tot en met vasthoudende doorzetters die succesvol zijn in het zakenleven. Dat zijn bronnen waar we meer naar moeten luisteren als het gaat om de ontwikkeling van onze stad en die we moeten prikkelen en uitdagen om mee te doen.
Burgers zijn in die geïndividualiseerde samenleving vaak teveel een klant geworden, en voelen zich daardoor vaak te weinig mede verantwoordelijkheid voor of betrokken op wat er zich in hun directe omgeving afspeelt.
Ik wil dat de burgers zich wel verantwoordelijk voelen en dat de overheid (of wij als politici) deze uitdaging aangaan.
Niet probleemdenken, maar probleemoplossend samenwerken.
Deze opvatting is geen neo-liberale prietpraat van mij op weg naar een onverschillige overheid die burgers aan hun lot overlaat. Nee, het wordt de uitdaging om grenzen te verleggen en om actieve burgerzin te stimuleren.
Natuurlijk blijven er altijd mensen die steun nodig zullen hebben, daarvoor moeten we ons actief en met passie voor in blijven zetten.
Maar we moeten mensen die steun nodig hebben vooral helpen om naar vermogen zichzelf te helpen en dat hoeft niet altijd van top down en uitsluitend door professionals. Dat kan ook gewoon bottom up, met een overheid die faciliteert en niet domineert.
Mijn slogan ‘Jij maakt Deventer’ wil ik dan ook met volle overtuiging samen met de stad waar gaan maken. Wat we dicht bij de burger nodig hebben is nieuwe Noaberplicht en de moed om de denkkracht van de stad meer te gebruiken. Laat Rouvoet en ook Bos maar in Deventer komen kijken hoe we hier zelf - met ruimte voor individuele vrijheid – samen met elkaar de handen uit de mouwen steken voor een stad met toekomst.

maandag 10 augustus 2009

Word jij mijn idool?

Vanmorgen stond er een leuk stuk in de Volkskrant over een idolsachtige tv show in Afghanistan waarin jongeren tussen 18 en 23 het als politici in de dop tegen elkaar opnemen. De show die een afvalrace tussen verschillende kandidaten is, houdt Afghaanse jongeren al weken in hun greep. Als volwassenen hebben wij tegenstrijdige opvattingen over idolsachtige programma’s maar het is goed om te zien dat zo’n vorm een interessante poging is om jongeren voor politiek te interesseren. En dat voorbeeld komt dan uit Afghanistan, waarbij wij vooral aan de moeilijke situatie denken waarin Nederland een vredesmissie uitvoert.

We dagen jongeren te weinig uit
Dicht bij eigen huis, in Nederland en in Deventer zelf is nog een hele wereld te winnen als het er om gaat om jongeren dichter bij de politiek en samenleving te betrekken. Politiek lijkt bijvoorbeeld steeds meer iets voor hoogopgeleide 40 plussers en daar mogen wij ons oprecht zorgen over maken. De gemeenteraad is al lang geen afspiegeling meer van onze beroepsbevolking. En als het over onze democratie gaat dan is de kennis daarover vaak zeer beperkt bij jonge mensen. Dat valt hen niet te verwijten omdat we zelf te weinig investeren in het betrekken en luisteren van jeugdigen. Ja, natuurlijk doen we aan participatie, en we leggen ook uit hoe de democratie technisch werkt, maar veel te vaak doen we dat vanuit hoe wij vinden dat dat moet. Actief voor iets zijn, actief je mening geven en bijdragen kan boeiend en interessant zijn. Niemand hoeft aan mij te vertellen dat jonge mensen alleen maar onverschillig zouden zijn. Uit ervaring weet ik dat dat onzin is. We dagen jongeren nauwelijks uit en we spreken ze te weinig aan.

Zelf ben ik nauw betrokken bij de wegwijsdagen in het gemeentehuis. Je kunt iedere keer weer enthousiast vaststellen dat onze jeugd veel meer in haar mars heeft dan we vaak denken. Daarom wil ik een actiever jeugdbeleid waarin we jongeren actief uitdagen om mee de stad te maken. Niet door ze in het strakke keurslijf van vergaderingen te stoppen, maar goed aansluitend bij hun eigen leefstijl. De nieuwe maatschappelijke stages voor jongeren moeten in onze stad een doorslaand succes worden. Het mag niet zo zijn in deze stad, dat als je wat wilt in Deventer, je bestuurskunde gestudeerd moet hebben.

Walk of Fame
De deuren moeten altijd openstaan en de rode loper voor initiatief uitgerold. Misschien moeten we die laatste maar vervangen door een Walk of Fame.
Ook voor de komende raadsperiode wil ik jong bloed zien te werven. Je kunt het wel roepen, maar dan moet je het als partij ook zelf zien waar te maken. Ken jij jong talent? Voel jij je uitgedaagd. Laat het mij weten. Ik ben in voor jonge politieke idolen.

woensdag 5 augustus 2009

Onverzekerd in Amerika en Deventer ...

Maandagavond was er in Nova een reportage over de tegenwind die Obama krijgt bij zijn verkiezingsbelofte om een ziektekostenverzekering voor iedereen in te voeren. Er is een veel te groot wantrouwen bij Amerikanen voor zaken waarvan men denkt dat de overheid de vrijheid aan zal tasten. Het systeem is veel duurder dan bij ons per hoofd van de bevolking. Toch lopen er miljoenen Amerikanen rond die onverzekerd door het leven gaan omdat ze die hoge kosten van te dure en commerciële medische verzorging niet kunnen betalen. Een paar weken geleden stond een indrukwekkende reportage in de Volkskrant ’een nacht wachten op de tandarts’ waarin Amerikanen in de rij stonden voor een rondreizend tandartsenkamp gerund door vrijwilligers. Gratis medische hulpverlening voor mensen die geen toegang hebben tot reguliere voorzieningen. Mijn partij heeft er in haar lange geschiedenis altijd gestreden voor een humaan en solidair ziektekostensysteem waar iedereen recht heeft op medische ondersteuning. En hoewel we met het oog op de kosten van de vergrijzing ons systeem tegen het licht moeten blijven houden, zal deze extreme vorm van Charitas in Amerika in ons land niet noodzakelijk zijn. Daarover zijn gelukkig de meeste partijen het over eens. Toch moeten we onze ogen niet zelfgenoegzaam sluiten voor wat ik maar noem Amerikaanse toestanden. Wij hebben hier zelf ook voedselbanken nodig voor mensen die het anders niet redden. En iemand vertelde mij dat er in de Rivierenwijk een groot percentage bewoners is dat slecht of wellicht onverzekerd rondloopt omdat ze het eenvoudigweg niet kunnen betalen. Ik ben dat nu aan het uitzoeken, want daar moeten we als gemeenschap echt iets mee. We zijn er nooit alleen met het organiseren van basisvoorzieningen voor iedereen. Sommige mensen hebben een steun in de rug nodig om (weer) grip op hun leven te krijgen. Elkaar op weg helpen en steunen is te veel en te vaak een taak van professionals of regelingen geworden. Jezelf kunnen redden en er bij horen is belangrijk voor iedereen om gelukkig te worden. Dat kan nooit alleen een taak van de overheid of gemeente zijn. Daar moeten we allemaal ons best voor doen.